Geschiedenis van Eeklo

Hoe Eeklo precies is ontstaan, daarover zijn plaatselijke historici het nog steeds niet eens. Er zijn sporen van prehistorische bewoning in Balgerhoeke, en het stadscentrum ligt op de zandrug die loopt van de kust tot Antwerpen en die waarschijnlijk ook in de Romeinse tijden als verbindingsweg werd gebruikt. De benaming 'Antwerpse Heirweg' is nog steeds als straatnaam in gebruik.

Stadsrechten

In 1240 blijkt Eeklo voldoende belangrijk om stadsrechten te ontvangen, uit handen van gravin Johanna Van Constantinopel. Het hele gebied behoort trouwens toe aan de graven van Vlaanderen, die hier een jachtdomein hebben. De verbetering van de moerasgronden wordt toevertrouwd aan kloosterorden, die verspreide versterkte hoeven uitbaten in de omgeving. Het Groot Goed (Huysmanhoeve) is hiervan een restant. De stadskeure geeft Eeklo een eigen rechtspraak en legt het grondgebied vast. Tot 1626 hoort daar ook Lembeke bij, dan wordt Eeklo in leenpand gegeven aan adellijke families, en dat blijft zo tot het Ancien Régime (1789).
 
In de Middeleeuwen behoort Eeklo tot het Brugse Vrije (en leunt waarschijnlijk ook het Eekloos dialect veel dichter dan nu het geval is aan bij het West-Vlaams). Er zijn eveneens handelsbetrekkingen met Gent, via het Leiken (gegraven rond 1450) dat verbinding geeft met de Gentse Lieve. Het is de lakenweverij die het nieuwe stadje in die tijd aanzien geeft. Tijdens de godsdienstoorlogen van de 16e eeuw belandt Eeklo in de frontlijn tussen het protestantse noorden en het katholieke zuiden en worden zware verwoestingen aangericht. De bevolking vlucht en een tijdlang ligt Eeklo er zelfs zo goed als verlaten bij. Dit is één van de redenen waarom de stad nog weinig Middeleeuwse gebouwen telt. Opmerkelijk genoeg krijgt precies in deze periode Eeklo een hoofdrol in de legende van de Herbakker.

Textielverleden

Na de pacificatie herleeft Eeklo stilaan en wordt de draad van de textielnijverheid heropgenomen. In de 19e eeuw vormt dit de basis voor een industrialisatieproces, dat gelijk loopt met de promotie van Eeklo tot administratieve en kerkelijke hoofdstad van het Meetjesland, na de scheiding der Nederlanden. Uit deze periode stammen de neogotische gebouwen en rijen van werkmanshuisjes die nog steeds het straatbeeld mee bepalen. Het cultuurleven bloeit op: de Tekenschool en de Muziekschool worden opgericht en Karel Lodewijk Ledeganck schrijft zijn 'Drie Zustersteden'.

In de 20e eeuw maakt Eeklo geleidelijk de overstap van industriestadje naar regionaal centrum van handel en diensten, met onder meer een uitgebreid onderwijsaanbod.

 

Of zoek je?