Melkerij

1910 – 1937 | Leerlooierij Vermast

Op de locatie van de voormalige melkfabriek Stassano-Stabilac in de Raamstraat stond de leerlooierij van Edgard en Alfred Vermast. Hier werden koeienhuiden verwerkt tot zoolleer, bestemd voor schoenfabrieken in onder andere Izegem. Het was zwaar en geurvol werk: huiden werden geschaafd, gelooid met natuurlijke stoffen en strak getrokken tot stevig leer. Met een twaalftal arbeiders kende de fabriek haar hoogdagen, maar door concurrentie en een economische crisis sloot de leerlooierij de deuren in de jaren 30. In 1937 werden de gebouwen en bijhorende gronden verkocht aan de NV Melkindustrie.  

1937 – 1990 | Melkerij Stassano

Op de fundamenten van de leerlooierij startte NV Melkindustrie in 1937 een moderne zuivelfabriek. Dankzij de vernieuwende stassanisatie – een efficiëntere manier van pasteuriseren – werden melk, boter, karnemelk, room en later ook yoghurt, pap en chocolademelk geproduceerd. De melk werd in een gesloten buizensysteem onder hoge druk tussen twee metalenbuizen geperst en gedurende korte tijd (+/- 15 seconden) verwarmd tot ongeveer 75°C. Het merk Stassano groeide snel en stelde op het hoogtepunt in de jaren 70 meer dan 160 mensen te werk.

In de loop van de jaren werd de site dan ook uitgebreid. Evenwijdig met de Garenstraat werd een compleet nieuwe vleugel in baksteen en beton toegevoegd, die al snel de bijnaam ‘Het Schip’ kreeg omwille van de imposante vierkante toren (huidige CM-kantoren). In de loop van de jaren 1950 en begin jaren 1960 werden ook de oude gebouwen verder uitgebreid. In 1957 en 1960 werd de straatvleugel nogmaals uitgebreid aan de linker- en rechterkant met de torenachtige traveeën, steeds met dezelfde materialen en in dezelfde stijl.

In 1984 introduceerde Europa de zogenomaande melkquote. Deze productiebeperking zorgde voor consolidatie in de zuivelsector. Stassano Eeklo ging op in de Comelco-groep, waarna de vestiging werd gedegradeerd tot verdeeldepot en de productie werd overgeplaatst naar fabrieken in Aalter, Sleidinge en Rotselaar. Onder de naam M.T.C. bleef de Eeklose vestiging nog enkele jaren actief als distributiecentrum voor zuivelproducten zoals yoghurt en verse kaas, maar in 1990 kwam ook daar een eind aan en viel definitief het doek voor de Eeklose zuivelfabriek.

1993 – heden | Stassano en de Melkweg

Na de sluiting van Stassano Eeklo in 1990 stonden de gebouwen jarenlang te verloederen en de site groeide al snel uit tot een verlaten site in het centrum van de stad. Uiteindelijk werd het volledige complex aangekocht door de stad. De gebouwen evenwijdig met de Garenstraat, ook wel ‘Het Schip’ genoemd, werden doorverkocht  aan de Christelijke mutualiteiten. Het gebouw kreeg onder leiding van architect Stéphane Beel (Gent) een herbestemming als kantoorgebouw, waarbij het industriële uitzicht bleef behouden. . Ook het revalidatiecentrum ‘Klimop’ kreeg er een nieuwe stek, eveneens naar een ontwerp van Stéphane Beel architecten.

Het oudste gedeelte van de site aan de Raamstraat, waar in de periode 1910-1937 leerlooierij Vermast actief was en dat in de volksmond vaak ‘het fort’ genoemd wordt, kreeg in 2002 een herbestemming. In opdracht van de huisvestigingsmaatschappijen Het Volk en De Volkshaard ontwierp architectenbureau Archipl (Gent) er 14 huurappartementen en 9 nieuwbouw koopwoningen op het achterliggende binnenplein. Voor de bouw van de appartementen in ‘het fort’ werden de oorspronkelijke buitencontour en alle hoofdstructuren behouden.

Met het project ‘Stassano en de Melkweg’ van stadsarchitect Filip De Pau en Stad Eeklo werd de site terug verweven met de stad. Een groene fiets- en wandelas langs de oude spoorlijn verbindt nu buurten, woningen en voorzieningen. Stassano groeide zo uit van fabriek tot symbool van stadsvernieuwing Filip De Pau won in 2003 de tweejaarlijkse Vlaamse Cultuurprijs Architectuur. 

Downloads

Naar top