Het is leuk om mensen te soigneren en dat moeten we echt blijven doen!
We stellen maar liefst vier knappe koppen voor! Het horecabloed stroomt door hun aderen en zij zetten Eeklo de afgelopen jaren op de culinaire kaart. Komt het water al een beetje in je mond? Lees hieronder zeker verder.
Sinds twee maanden mogen ze elkaar man en vrouw noemen, maar wie zijn ze precies? “Ik ben Kim Rutsaert (38) en mijn vrouw is Elien Bottelberghe (39). Ik had al een dochter en samen hebben we er nog eentje. We wonen in Eeklo, in hetzelfde pand waar we nu Laan 7 uitbaten in de Leopoldlaan.”, vertelt Kim.
Aan de andere kant van de tafel zitten Branko (33) en Bodien (31). “Wij zijn broer en zus en baten restaurant Chef & Zus uit. Ik sta in de keuken en tover mooie gerechtjes op de borden, samen met mijn mama, terwijl mijn zus onze gasten in de zaal in de watten legt.”, steekt Branko van wal. “Bodien woont samen met haar vriend in Eeklo, ik woon met mijn vrouw Eline in Lembeke en ben intussen trotse papa mogen worden!”
Dat ze alle vier bakken horecaervaring hebben is een understatement. “Ik studeerde om in de zorg te kunnen werken, maar deed nadien hotelschool. Daar leerde ik Kim kennen. Vanaf ons vijftiende waren we tijdens de weekends altijd aan de slag in de horeca. Kim was negen jaar sous-chef in Zoetendale in Maldegem, ikzelf had de Brazza in Eeklo. Nadien hadden we samen Boelare 14. We kennen intussen de kneepjes van het vak!”, klinkt het bij Elien.
“Branko en ik studeerden allebei psychologie, maar we maakten beiden onze studies niet af. Toen we pubers waren, hielpen we tijdens de weekends bij ons mama en papa in Koeketiene en hebben we in de Flandrien gewerkt. Nadien was er de Visitor en zijn wij er voltijds mee ingerold! Negen jaar geleden was er het eerste feest in de Visitor, intussen bestaat Chef&Zus al twee jaar. Time flies!”, legt Bodien uit.
Eeklo op de culinaire kaart
Beide restaurants zetten Eeklo culinair op de kaart, elk op hun eigen manier, maar dat brengt ook wel eens problemen met zich mee. “We zitten met het luxeprobleem van volle restaurants, soms weken of maanden op voorhand. Mensen beseffen soms niet dat we de zaal vaak alleen doen draaien, dus dat het niet haalbaar is om 35 couverts te doen. Als je kwaliteit wil geven, mag je jezelf niet voorbij lopen en moet je keuzes maken.”, klinkt het unaniem.
Beide restaurants werden vorig jaar terecht bekroond door Gault&Millau. “Het is een heel mooie herkenning, we hebben nu 12/20 en dat is goed. Er zullen altijd werkpunten zijn en dat houdt ons bijzonder gemotiveerd. Het geeft wel wat extra druk, hoor! Het is leuk om mensen te soigneren en dat moeten we echt blijven doen!”, vertelt Elien.
“We vonden het een leuke bijkomstigheid, want uiteindelijk doen we het gewoon voor onze klanten. Wat wel leuk is, is dat mensen er nu vanuit gaan dat er een bepaalde standaard is bij ons, dat het zeker in orde gaat zijn en dat doet ook wel deugd. We merken ook wel dat we misschien zo een beter cliënteel aantrekken, mensen die gastronomie appreciëren, ook dat is heel fijn. Ik wou dat we soms wat vaker feedback kregen, zodat we kunnen blijven groeien, maar mensen gooien meestal enkel complimenten in onze richting!”, zegt Branko.
De taart is groot genoeg
“We zitten niet in elkaars vaarwater, dus we zien elkaar niet echt als concurrenten. We zijn twee compleet verschillende zaken, de taart is groot genoeg, we hoeven niet te vechten om klanten. Het zou zelfs leuk zijn mochten er meer zaken zijn zoals de onze, bij voorkeur iets dat open is op zondag en maandag, want dan zijn wij vrij! We zijn altijd op zoek naar leuke adresjes om te lunchen!”, klinkt het bij de vier.
“De combinatie werk en privé is zeker goed te combineren. Wij hebben daar niet echt last van, op de dagen dat we dan eens vrij zijn, is het overal heerlijk rustig. Je kijkt meer naar je gezin, je vriendenkring wordt een stuk beperkter, de qualitytime staat voorop. We gaan met ons kleinste dochtertje vaak naar het Vleermuizenbos aan de spoorweg in de Sint-Jansdreef. We nemen een picknickje mee en zijn even weg van alles!”, vertelt Kim.
“Als we vrijaf hebben, wandelen we graag in het bosje aan het ziekenhuis. Heel klein, maar wel leuk! Of een bezoekje bij de buren van Disolo! Of eens snuiteren en een koffietje drinken bij Albertha! Heel mooi om buiten te zitten, Eeklo heeft zoveel in petto als je je ogen open houdt!, besluit Bodien.